Voor een biljarter is niet alleen de concentratie belangrijk, het draait in onze sport ook om rust en regelmaat. In het dagelijks leven en vooral tijdens de wedstrijden. Het is belangrijk om in het juiste ritme te komen, waardoor je uiteindelijk de punten beter kunt afwerken. Afgelopen week ben ik met name bezig geweest te zoeken naar het juiste “Sam-ritme”.
Mijn dagen in Seoul zien er inmiddels vaak hetzelfde uit. Ik sta op, ontbijt en doe wat oefeningen om mijn fysiek op peil te houden. Daarna reis ik met de metro naar de biljartzaal, waar ik train en wedstrijden speel. In de metro lees ik vaak een boek. Ik krijg kippenvel bij het lezen van het boek ‘De laatste kamer’ van Geert-Jan Knoops over een dwalingszaak in de rechtspraak. Echt een aanrader.
Gelukkig heb ik ook wat ontspannende literatuur meegenomen. Een leuk boek over Yab Yum leest lekker weg en daarnaast heb ik wat boeken over Nederlandse sporters ter inspiratie en om er wat van te leren.
Beemster
Om meer rust en ritme te krijgen verruil ik mijn drukke hostel voor een hotel waar ik al eerder heb geslapen. De avond voor mijn vertrek doe ik rustig aan. Ik raak aan de praat met een paar mensen in het hostel. Blijkt dat één van de gasten uit de Beemster komt. De wereld is klein, zelfs in hartje Seoul kom je mensen uit de regio tegen.
Tijdens de wedstrijden in de biljartclub concentreer ik me bewust op het vinden van het juiste ritme. Om rustig te worden doe ik bovendien ademhalingsoefeningen op mijn stoel. Dat helpt, want ik slaag erin om verschillende partijen het juiste ritme te vinden. Maar nog lang niet altijd, dus er blijft voldoende werk aan de winkel.
Ook de survivalgames zijn hier een goede training voor. Ik begin de eerste wedstrijd slecht en de eerste twee uur maak ik nauwelijks een punt. Ik ben zelfs bijna al mijn fiches kwijt. Daarna gaat het beter en maak ik verschillende series, waardoor ik toch weer met voldoende fiches eindig.
Uitje
Ook nu is het niet alleen biljarten wat de klok slaat. Met een groep Koreaanse biljarters hebben we een leuk uitje naar Gangwon-do. Dat ligt een uur ten noorden van Seoul.
We zwemmen, vissen, kaarten en met z’n allen gaan we op zo’n banaan achter een boot aan varen. Een leuke onderbreking van het dagelijkse ritme. We sluiten af met een Koreaanse BBQ en voor het naar bed gaan eten we nog noodles. Dat vinden ze hier heel normaal.
De volgende dag train ik de extra calorieën eraf met behulp van een app, waarmee ik zelf wat oefeningen kan doen. Alleen omdat het hier standaard boven de 30 graden is met een hoge luchtvochtigheid en doordat ik dit niet gewend ben, gutst het zweet van mijn lichaam. En dag later voel ik alle spieren in mijn bovenlichaam. Ook wat dat betreft is er zeker nog wat werk aan de winkel.
Taekwondo
Ook heb ik inmiddels mijn eerste Taekwondo-les gehad. Ik mag aansluiten bij de les van “adults” die al vijf tot elf jaar Taekwondo doen. Voor mij is er een wit pak met een witte band. Na de opwarming leer ik wat Taekwondo-principes. Het valt niet mee om tijdens de oefening twee verschillende bewegingen te maken. Bijzonder om te zien hoeveel controle zij over hun lichaam hebben.
Daarna maak ik wat speciaals mee. Aan twee leerlingen van rond de vijf jaar wordt de rood/zwarte band uitgereikt. Onder toeziend oog van hun ouders moeten ze met een draaiende traptechniek een blokje hout doormidden trappen. Drie meisjes ontvangen de zwarte band. Zij moeten een steen doormidden slaan. Leuk om mee te maken en ik ben een mooie ervaring rijker.
Ik eindig mijn eerste les met een paar traptechnieken. Kennelijk ben ik te overmoedig, want de volgende dag heb ik behoorlijk pijn in mijn liezen. Met behulp van Tai Chi-oefeningen zoek ik naar de souplesse in mijn lichaam. Of het helpt? Wellicht lees je dat volgende week in mijn vijfde column op deze site.