Het was Sam’s eerste echte trainer. Adrie Ursem, 75 jaar inmiddels, zag de 8-jarige Sam voor het eerst in de biljartzaal in Zandwerven. Hij was daar samen met Cor Bleeker en diens zoon Randy. Na een proefpartij besloot hij om hem in zijn vereniging te nemen. Een besluit waar Ursem nooit spijt van heeft gehad.
‘Ik zie hem nog binnenkomen,’ lacht oud-Obdammer Ursem. ‘Samen met zijn oudere broer Koen. Die mag niet op de biljartclub, want Koen stoot veel te hard, was het eerste wat hij tegen mij zei. Dat vergeet ik nooit.’
Waarop Ursem meteen ook een misvatting wegneemt. ‘Sam was pas acht jaar, maar hij was zeker niet klein, zoals altijd wordt gezegd. De keu paste perfect in zijn handen en hij had talent. Daarom hebben we hem dispensatie gegeven, want eigenlijk moest je tien jaar oud zijn om bij de jeugdvereniging te mogen spelen,’ vertelt Ursem.
Aanwijzingen
Omdat hij de B-licentie had, mocht Ursem de jeugd trainen. ‘Ik was zelf geen topbiljarter, maar in het libre speelde ik ruim gemiddeld 2,5 en ik had de intentie om door te groeien naar 4,5 of 5 gemiddeld. Sam luisterde goed naar mijn aanwijzingen. Andere jongens gingen weleens met mij in discussie, maar Sam deed wat ik zei. Na de training probeerde hij dan of de stoot ook op een andere manier kon. Dat waardeerde ik wel in hem.’
Wat Ursem zich nog goed herinnert is dat Sam absoluut niet tegen zijn verlies kon. ‘Dan was hij vaak niet te genieten. Bekend is het verhaal dat hij zich opsloot in het toilet. Toen vroeg moeder Angelique of ik even met hem wilde praten. Maar Sam zei toen sodemieter op. Ja echt. Maar even later was hij het weer vergeten en was het weer de aardige Sam die we allemaal kennen.
NK libre
Ursem begeleidde Sam regelmatig bij regionale wedstrijden. En hij ging met hem naar het eerste nationale kampioenschap libre in de vierde klasse. Altijd ging zijn vrouw Riet mee. Ook nam hij weleens zoon Bas mee en maakten ze er een weekeindje van als Sam bijvoorbeeld in Brabant of Gelderland moest spelen. ‘Maar na een paar jaar maakte Sam de volgende stap en kreeg betere trainers. Later zagen we elkaar niet zoveel meer, ook omdat Ursem teamleider was bij Horna.
Toch verloor Ursem zijn protegé nooit uit het oog. En andersom gebeurde dat ook niet. Vaak belde Sam hem na een wedstrijd op om de uitslag door te geven. ‘Maar vaak wist hij alles al, want hij volgde het biljarten samen met zoon Bas en schoondochter Angelique op de voet,’ vertelt Sam. ‘Daarom belde ik hem uiteindelijk steeds minder vaak.’
Als Ursem, die inmiddels in Vught woont, in de gelegenheid is dan bezoekt hij de wedstrijden van Sam. Zo was hij afgelopen jaar aanwezig bij de Grand Prix in Rosmalen, waar hij getuige was van de partij van Sam tegen Jean Paul de Bruin. Eerder was hij ook in Veghel en Berlicum.
Driebanden
‘Ik vond het een goed besluit van Sam om te kiezen voor het driebanden. In de andere spelsoorten had hij zich immers al bewezen. Als je in het kaderspel een serie van 150 of meer maakt dan zegt dat voldoende. In het driebanden gaat de progressie minder snel. Maar om te doen is het leuker. Iedere partij krijg je toch zeker 25 beurten. Terwijl je tijdens de kaderspelen na een misser soms bijna een hele partij aan de kant zit.’
‘Als ik Sam zie spelen geniet ik nog altijd. Iedere keer gaat hij weer een beetje vooruit. Hij krijgt steeds meer zelfvertrouwen en blijft gemotiveerd. Maar je weet natuurlijk niet wat er in zijn hoofd omgaat. Als hij zich goed blijft concentreren dan komt het uiteindelijk vanzelf goed.’
Goede raad
Een goeie raad voor zijn oud-pupil heeft hij niet. ‘Die heb ik hem in het verleden al gegeven. Dat weet Sam.’ Maar dan voegt Ursem er toch één aan toe. ‘Sam, je bent al heel goed. Blijf gewoon je best doen. Ieder jaar je moyenne met een paar tiende opkrikken. Dat zou heel mooi zijn. Ik blijf je in de gaten houden.’
Foto: Sam, samen met oud-trainer Adrie Ursem en diens zoon Bas.
